Tag

doorslapen

Browsing

Doorslapen doe ik al een jaar of tweeënhalf niet, als je die logge laatste maanden van de zwangerschap meetelt. Daarna natuurlijk ook een poosje niet, want kleine baby’s willen nu eenmaal minimaal iedere drie uur een slok melk, een aai, even weten dat mama er nog is. Maar waar onze oudste na een half jaar besloot dat nachtvoedingen voortaan tot het verleden behoorden, wilde deze baby ook toen nog regelmatig iets te drinken. Prima. Ging vanzelf over, want uiteindelijk blijkt alles een fase. Maar toen kwam het krijsen. Het ontroostbare, ongrijpbare, hysterische nachtelijk krijsen. Het stopte pas als ze zichzelf volledig uitgeput had en nasnikkend in mijn armen in slaap viel. 

We introduceerden de nachtfles, want we merken dat een slok melk soms wél deed wat uren sussen, wiegen, zingen en vertellen dat mama er is, dat het veilig is, dat ze haar ogen dicht kan doen, dat mama ook wil slapen, niet deed. De baby werd een dreumes, de dreumes werd anderhalf en we maakten nog steeds elke nacht een fles. Soms werkte het. Meestal werkte het niet en zat ik na die fles uren in de stoel met een dreumes die het begrip ‘over haar toeren’ een compleet nieuwe invulling gaf. De buren mopperden over het lawaai. Ik zag inmiddels grijs van vermoeidheid. Vroeg me wanhopig af of dit wel écht een fase was.

Toen ze bijna 2 was, bracht de inschakelde osteopaat eindelijk de verlichting die we eerder niet konden vinden. Hield haar hoofdje vast, masseerde wangetjes en voorhoofdje en drukte op ribbetjes. Het hysterische was over, ze liet zich eindelijk troosten ‘s nachts. De fles was niet meer nodig. Mijn nabijheid was nu genoeg. Ik kon haar naast me neerleggen. Samen in dat veilige grote bed waar haar zus ook altijd de weg naartoe vindt als het haar te donker wordt in dat van haar. Vier op een rij.

En dan slaapt ze. Ik lig ernaast in die schemerige half-alerte toestand die ervoor moet zorgen dat je niet bovenop je kind gaat liggen. En ik luister. Het enige wat ik hoor is onze ademhaling. Alle vier in een ander tempo. Ademend in het veilige donker van onze slaapkamer. Soms mompelt er iemand, verward in een levendige droom. Een windje onder een dekbed. In de verte een klepperend kattenluikje. Maar geen gehuil. Eindelijk stil. Het bleek een fase.